Pijn op de borst kan verschillende oorzaken hebben en hoeft lang niet altijd met Tietze te maken te hebben. Het kan bijvoorbeeld ook veroorzaakt worden door een hartaandoening. Het is van belang dit eerst te laten onderzoeken, omdat een hartaandoening op korte termijn levensbedreigend kan zijn. Daarom laten artsen meestal een elektrocardiogram (ECG) en een borströntgenfoto maken en diverse bloedtesten doen. Als ze de symptomen niet vertrouwen en zelfs als alle testen een normaal beeld geven, kunnen ze de patiënt soms toch laten opnemen, omdat normale testen een hartaanval niet volledig uitsluiten.
Als uiteindelijk Tiete geconstateerd wordt is, indien de patient twijfelt, een goede zelftest om met een vinger op de pijnlijke plek te drukken. Wordt de pijn direct erger kan het niet het hart of longen zijn die de pijn veroorzaakt. Het hart en longen liggen te diep om met een vinger een pijnprikkel mee op te wekken.
Bij twijfel raadpleeg altijd een arts.
De ribben zijn aan de voorzijde verbonden met het borstbeen in het midden van de borst. Om in te ademen spannen de spieren de borstkas waardoor deze uitzet (afb. 1).
afbeelding 1. Inademen
Om uit te ademen ontspannen de spieren zich en laten de ribben ontspannen (afb. 2).
afbeelding 2. Uitademen
Tietze en costochondritis
Om deze adembewegingen mogelijk te kunnen maken vormen de ribben, daar waar ze verbonden zijn met het borstbeen, een beweegbare verbinding van kraakbeen. Als een spontane plaatselijke pijn bij de ribben optreedt – ter hoogte van een gewrichtje tussen rib en borstbeen dan heeft u mogeijk te maken met het syndroom van Tietze. Als voorzichtig drukken op het borstbeen en op de ribben daarnaast (extra) pijn veroorzaakt, dan heeft u waarschijnlijk ook te doen met het syndroom van Tietze. Dit is een ontsteking aan de overgang tussen borstbeen en ribben. Het is op zich een onschuldige lichamelijke aandoening, die echter heftige pijn kan veroorzaken bij hoesten en diep ademhalen. Bij deze aandoeningen worden geen afwijkingen in het bloed geconstateerd. Heeft u eenzelfde soort scherpe pijn bij andere kraakbeenverbindingen aan en rond de ribben, dan heeft u waarschijnlijk te maken met costochondritis.
Kortom: Is er alleen sprake van pijn ter hoogte van het borstbeen en is er een zwelling aan het borstbeen, dan is er veelal sprake van het syndroom van Tietze. Is de pijn op andere kraakbeenverbindingen met de ribben aanwezig, dan is er veelal sprake van costochondritis.
Borstbeen
Het genan of sternum is een 15 tot 20 cm. lang, in het midden van het borstgebied gelegen plat been, bestaande uit drie delen, te weten:
- het handvat (manubrium sterni)
- het lichaam (corpus sterni)
- het zwaardvormig uitsteeksel (processuus xyphoideus)
De randen vertonen aan beide zijden zeven insnijdingen voor de aanhechting van de zeven bovenste ribkraakbeenderen. De bovenkant heeft bovendien twee zijdelingse insnijdingen voor de aanhechting met de sleutelbeenderen. Het borstbeen is een complex gewricht, omdat hieraan verder nog spieren, zenuwen (plexus solaris of zonnevlecht) en banden zijn bevestigd. De onderkant wordt gevormd door het zwaardvormig uitsteeksel, dat dikwijls uit kraakbeen bestaat.
Voor Tietze is van belang dat de zwelling vaak aan dit onderste gedeelte ontstaat. Het borstbeen is vooral diagnostisch van belang, omdat de pijn die bij veel ziektes – bijvoorbeeld angina pectoris, hartinfarct, longembolie, maagzweer, alvleesklierontsteking – kan optreden, vaak ter plaatse van het borstbeen kan worden gevoeld.
Kraakbeen
Kraakbeen is taai en veerkrachtiger dan het kalkhoudende bot en speelt een belangrijke rol in de functies en bewegingsmogelijkheden van de gewrichten. De meeste beenderen van het lichaam komen voort uit kraakbeen dat verbeent tijdens de groei. Aan het eind van de beenderen, daar waar ze een verbinding met andere beenderen vormt, verbeent het kraakbeen niet, maar vormt het een elastische verbinding. Het in- en uitzetten van de borstkas (afb. 3) tijdens de in- en uitademing kan bijvoorbeeld plaatsvinden, doordat de onderlinge elastische verbindingen tussen borst en ribben dit mogelijk maken.
De eenvoudigste gewrichten zijn de glijgewrichten, die het ene oppervlak in meer en mindere mate ten opzichte van het andere laten glijden (afb. 4). Voorbeelden hiervan zijn de gewrichten tussen de ribben met het borstbeen en met de wervels.
Als twee beenderen ten opzichte van elkaar bewegen is er frictie, zoals de krachten en inspanningen die veroorzaakt worden door schokkende, maar ook krachtsinspannende bewegingen als lopen, springen, zwaar tillen, trappen lopen, een bevalling etc.
Ieder gewrichtsvlak is bedekt met kraakbeen dat werkt als een buffer, het gewrichtskraakbeen, waarvan het oppervlak steeds wordt vernieuwd. De tussencelstof van kraakbeen (afb. 5) is betrekkelijk vast maar toch vervormbaar. Het bestaat uit kraakbeenlijm (chondrine) met daarin een wisselende hoeveelheid vezels. De kraakbeencellen liggen in groepjes ingekapseld in de tussencelstof. Kraakbeen bevat geen bloedvaten (avasculair). Hyalien kraakbeen treft men aan als bekleding van gewrichtsvlakken en in het ribkraakbeen (elastisch kraakbeen). De tussencelstof is doorschijnend van kleur en al dan niet voorzien van dunne collagene vezels.
afbeelding 5
Kraakbeen heeft o.a. de volgende functies:
- Vormt door de bekleding van de gewrichtsvlakken een soort lager, waardoor de bewegingen in het gewrichtsvlak soepel verlopen. Wanneer de kraakbeenbekleding van de gewrichten afslijt (arthrose) of gaat ontsteken (Tietze), dan worden bewegingen uiterst moeilijk of pijnlijk
- Speelt een belangrijke rol bij de vorming van vele botstukken, zoals bij de lengtegroei van pijpbeenderen
- Vormt vaak een soepele botverbinding, bijvoorbeeld tussen ribben en borstbeen
- Geeft vorm aan bepaalde lichaamsdelen (oor en neus)